Impressie lezing orgaandonatie 29 september 2016

Impressie lezing orgaandonatie 29 september 2016

Helaas, helaas. Door spoedoverleg in Bruxelles is de spreker van vandaag verhinderd. Nu deze hen voorgehangen worst is verdwenen, hebben helaas ook Rotary-collega’s van RC Vught en RC ’s-Hertogenbosch-Oost hun komst afgeblazen. Ze weten niet wat ze missen… want niemand minder dan Rob komt in de plaats in van de Commissaris van de Koning.

Met een ultrakorte voorbereidingstijd, is de inhoud van Rob’s bijdrage er niet minder om. Het onderwerp orgaandonatie is erg actueel nu twee weken geleden het wetsvoorstel is aangenomen. Lees dat hier. Rob heeft over dit onderwerp zo’n jaar of twaalf geleden een stuk geschreven vanuit de spirituele visie (klik hier voor het artikel). Zie daar zijn betrokkenheid bij dit onderwerp. Maar eerst de feiten. Aan de hand van een boekje waarin Rob een aantal keer wordt geciteerd (Hans Stolp, Orgaandonatie: Waarom wel, waarom niet?), neemt hij ons mee in de feitelijke geschiedenis van de orgaandonatie. Deze gaat terug naar 1967 als dokter Christian Barnard in het Grote Schuur Ziekenhuis in Johannesburg het eerste levende hart transplanteert met de kennis en kunde die hij had opgedaan aan een universiteit in de VS. Kort na deze gebeurtenis startte men aldaar een lobby om te zorgen dat een dergelijke operatie ook mogelijk werd in de VS. Tot dan toe was het daar wettelijk zo dat er geen levende organen in andere lichamen konden worden geplaatst. In Zuid-Afrika bestond die wet niet. Cruciaal is dat een transplantatie binnen 2 uur gebeurd na de ingetreden dood. Dat is praktisch natuurlijk nogal lastig. Binnen een jaar (1968) werd de definitie in de Amerikaanse wet dankzij de lobby daarom aangepast: iemand die hersendood is werd sindsdien wettelijk dood verklaard en dus kan het orgaan dan worden getransplanteerd. Rob: “Tot 1968 werden hersendode mensen liefdevol gewassen en gestreeld, maar sinds dat jaar lag er geen ernstig ziek mens meer in bed maar – zo staat het in de Nederlandse wet – een beademd stoffelijk overschot. Onder artsen is er sindsdien veel strijd geweest of dit wel juist is. Een hersendode is feitelijk gezien niet dood. Hij sterft op de operatietafel onder handen van een dokter. Dit is net zo’n issue als euthanasie en abortus”. Er zijn voorbeelden van mensen die ontwaken uit een hersendood. Om het verschil tussen hersendood en een diepe coma vast te stellen wordt gebruik gemaakt van de Glasgow Coma Scale. Lees daar hier meer over. Als test wordt onder andere de beademing uitgeschakeld en bekeken of het lichaam zelf overgaat tot ademhalen. “Maar deze methode veroorzaakt juist schade aan de hersenen”, zegt Rob “en druist in tegen de Eed van Hippocrates die zegt: ‘Je zult een patiënt nooit schade berokkenen’”. Rob vraagt om feedback van de artsen uit het publiek voor het geval hij iets zegt dat naast de waarheid zit. Maar dat is tot dusver niet het geval en Guido valt hem regelmatig bij met helpende medische kennis, zoals: “De Glasgow Coma Scale is een observatietechniek. Als een patiënt bewustzijn heeft dan moet een EEG hersenactiviteit meten, dat kan niet anders”. Rob citeert echter een persoon die ontwaakt uit een vermeende (door artsen vastgestelde) hersendood: “Ik was woest, maar ik was niet dood“. Als iemand hersendood kan denken, dan werkt de geest dus los van de hersenen, vervolgt hij zijn verhaal. En dus bleek men de echte (levende) staat van deze man over het hoofd te hebben gezien. Maar hoe kan het nou dat men deze wet erdoor heeft gekregen? Rob wijst naar hersenwetenschappers als Dick Swaab, auteur van Wij zijn ons brein. Die zit ernaast, volgens hem. Positief is hij over cardioloog Pim van Lommel, auteur van Eindeloos bewustzijn die zegt dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat ons bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze hersenen: het kan ook los van ons lichaam ervaren worden. Wat blijkt namelijk? Hartslag en bloeddruk stijgen als artsen met de scalpel klaar staan. Er zijn legio feitelijk vastgelegde voorvallen waarbij een patiënt waarbij een orgaan wordt getransplanteerd, een afweerbeweging maakt. Er is zelfs een geval bekend waarin een verpleegkundige wordt omhelst. “De vraag is of dit een broodje aap-verhaal is. Dat laatste is in ieder geval niet zo”, vertelt Rob “want het is vastgelegd”. Er wordt namelijk verslag gelegd van elke transplantatie; dat is protocollair bepaald. En die afweerbeweging gebeurt in 75% van de gevallen. Dit fenomeen wordt Lazarusreflex genoemd naar een Bijbelse figuur die door Jesus werd teruggebracht tot leven, nadat hij drie dagen ervoor was gestorven. Om deze reden worden hersendode mensen in Duitsland onder narcose gebracht voor een transplantatie plaatsvindt. In Nederland gebeurt dit niet standaard. Je kunt deze feitenkennis negeren, er tegen in gaan of hem belachelijk maken. Rob bekijkt ze in spiritueel perspectief. Want: wat betekent dit voor gever en ontvanger?

Vanuit het perspectief van de ontvanger

Onze mentale staat uit zich in de stof en onze organen. Daarmee worden deze net zo persoonlijk als onze vingerafdruk. Een persoon met een gedoneerd orgaan moet zijn hele leven anti-afstootmiddelen slikken. De ‘nieuwe lichaamsvreemde bewoner’ verandert het energetisch gedeelte in ons lichaam. Eén orgaan wordt dan dominant gemaakt over de andere, lichaamseigen organen. Een pikant voorbeeld is het verhaal van een vrouw die het hart van een prostituee kreeg en daarna haar man uitputte en ineens dol was op seks-films: “Mijn man zegt dat ik niet meer de vrouw ben van voor mijn operatie, maar dat hij ook nu opnieuw met mij zou willen trouwen”, voegt Rob er met luim aan toe. Hij citeert zichzelf vanuit het al genoemde boek Orgaandonatie: Waarom wel, waarom niet?  “Vanwege zijn materiële en vaste natuur is de gekristalliseerde trilling van het fysieke orgaan niet door medicijnen te beïnvloeden. De medicijnen richten zich dan ook op het veel ijlere etherlichaam [van de ontvanger]. Daar beogen zij het karmische [=eigen] trillingsniveau […] af te stemmen op het wezensvreemde donororgaan en in vele gevallen slagen zij hierin ook. Het trillingsniveau van één wezensvreemd orgaan wordt dus dominant gemaakt over het karmische trillingsniveau van de totale mens!”. En hij vervolgt: “De taak waarmee we hier op aarde komen wordt verstoord door een wezensvreemd orgaan”.

Vanuit het perspectief van de gever

Drie tot vijf dagen na het intreden van de dood, trekt de energie zich langzaam terug uit het lichaam. Dat heeft volgens Guido overigens niks te maken met haar- en nagelgroei die nog doorzet. Daarna volgt de louteringsperiode waarover in veel literatuur wordt gesproken (denk aan Dante) en die ook wel als purgatorium/zuivering wordt aangeduid. Mis je een orgaan, dan mis je een stukje van je levenservaring om mee te nemen in de geestelijke wereld na de dood, is Rob’s redenering. Elk orgaan heeft zijn eigen betekenis hierin; zo is bijvoorbeeld het hart verbonden met het ‘Ik’, de lever met gemoedstoestanden en zijn de nieren dat met onze vaste gewoontes. Afhankelijk van het orgaan mis je dus stof en tegenbeelden die van nut zijn in het louteringsproces.

Laat ik helder zijn”, vervolgt onze spreker van vanmiddag: “Ik veroordeel niemand. Er zijn mensen bereid om een karmisch offer te brengen ten gunste van een dierbare. Da’s een bewuste, heel begrijpelijk keuze en dat is oké. Dat de impact van orgaandonatie op een mensenleven willens en wetens door de overheid buiten de discussie is gehouden, daar heb ik bezwaar tegen”. Op de vraag wat het bijvoorbeeld betekent als je je milt kwijt bent, antwoordt Rob: “De milt is de enige uitzondering. Bij dit orgaan neemt het lichaam zelf de functie ervan over”. De oorzaak ligt volgens Rob in de mate waarin de zeven planeten die wij met het blote oog kunnen zien verbonden zijn aan organen. Voor de milt is dit de planeet Saturnus en die is energetisch onafhankelijk van de andere planeet- of orgaanenergieën. Nieren, longen en geslachtsorganen hebben we dubbel en kunnen we daarom gedeeltelijk missen zónder fatale fysieke problemen. “En wat als jij zelf een nieuw hart moet krijgen?”, is de volgende vraag uit het luisterend publiek. “Dat hoef ik niet en dan ga ik gewoon dood!  Voor mij is de dood een andere vorm van leven. Voor mij is het ‘Ik’ het verbindend element met de identiteit en dat trekt uit het lichaam. Volgens de Griekse filosofie zijn psyche  en soma in het leven verbonden; in de dood vallen ze uit elkaar”.

Terwijl de veelheid aan al dan niet evidence based onderzoeksfeiten en het filosofische slotakkoord nog door mijn hoofd ronddwalen, spreekt Jan-Maarten namens ons zijn dank uit naar Rob: “Prijzenswaardig dat je ondanks een zeer korte voorbereidingstijd ons een dergelijk verhaal kunt brengen. Mooi dat jij een van degenen bent binnen onze club die het vermogen hebben om ons aan het denken te zetten. Een groot goed en de basis van onze lunchsessies. Je zet ons aan het denken én twijfelen. Goed gedaan, jochie en hulde!”.

(Fragment uit het verslag van Vivianne Viguurs, lid van Rotaryclub ‘s-Hertogenbosch-west)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Fill out this field
Fill out this field
Geef een geldig e-mailadres op.
Je moet de voorwaarden accepteren voordat je het bericht kunt verzenden.

Menu