Kort nadat ik in 1994 met de spirituele wereld in aanraking was gekomen, liep ik tegen een Duitse biografie van Jacob Böhme aan. Het boek intrigeerde me en voor een beter begrip begon ik het voor mezelf te vertalen. Dat resulteerde uiteindelijk in een heuse Nederlandse uitgave door de Rozekruis Pers te Haarlem. Böhme, geboren te Görlitz in 1575, was een eenvoudige schoenmaker die al sinds zijn jeugd en eerste leerjaren ontvankelijk bleek voor de bovenzintuiglijke wereld. Maar pas ten tijde van de geboorte van zijn oudste zoon Jacob in 1600 werd hij echt door het goddelijke licht gegrepen. Dat wat hij sinds die tijd doorkreeg schreef hij in een zeer autonoom taalgebruik op, in eerste instantie voor zichzelf. Later werden die geschriften door vrienden en sympathisanten verspreid en gepubliceerd. Veel verschillende onderwerpen snijdt Böhme aan, van God, de kosmos, de mens tot aan Christus. Tijdens zijn leven heeft hij grote tegenstand ondervonden vanuit de officiële kerk, omdat die door de autonome Godskennis van deze eenvoudige handwerkman haar functie als enig intermediair met de geestelijke wereld in gevaar zag komen. Met name hoofdpredikant Gregor Richter, die er niet voor terugdeinsde onwaarachtige smaadschriften over de schoenmaker te laten verspreiden, fungeerde als een “gesel Gods”. Ondanks dat heeft het werk van Böhme zijn weg naar de buitenwereld gevonden, ook buiten het Duitse taalgebied. Tot op de dag van vandaag gaat er een grote invloed vanuit. Böhme stierf in 1624.
Gerhard Wehr, Jacob Boehme, een biografie (Haarlem 2000), ISBN 90-6732-242-3, 200 bladzijden, € 18,-
klik hier om te bestellen